THE BLOG

25
Jan

Groepsaansprakelijkheid

Onze Sandra is niet alleen letselschade advocaat, maar ook expert op het gebied van aansprakelijkheid. Zij houdt kantoor in Roermond. Een stad die de afgelopen dagen en ook vandaag weer zwaar getroffen werd door rellen, vernielingen en onregelmatigheden. Daarom schreef zij deze brief.

Beste relschopper, “vredesstrijder”, jongere, of waar jij je dan ook mee identificeert,

Plunderen en vernielen in groepsverband? Bezint eer je begint! Heb je ooit van groepsaansprakelijkheid gehoord? Nee zeg je? Nou, laat ik je dan daar net iets over kunnen vertellen. Stel, je bent onderdeel van een groep en die groep veroorzaakt schade. Bijvoorbeeld omdat jullie dachten, dat het een goed idee zou zijn om vanavond de stad in te trekken en een spoor van vernieling achter te laten. Want ja, die avondklok is echt een beperking van onze grondrechten die jullie niet zomaar over je heen kunnen laten gaan.

Helaas heb je de pech dat je wordt opgepakt en jouw vrienden kunnen ontkomen. Dan kan het zomaar zijn dat jij, ondanks dat je niet in je eentje de hele schade hebt veroorzaakt, toch voor de hele schade aansprakelijk bent. “Dat kan toch niet?” hoor ik je zeggen, maar geloof me, het is echt zo.

Als een schade wordt veroorzaakt door een groep is het voor de schadelijdende partij (of diens verzekeraar) mogelijk om de gehele schade op één lid van die groep te verhalen. Deze zogenoemde hoofdelijke aansprakelijkheid volgt gewoon uit de wet. Voor het aannemen van groepsaansprakelijkheid hoeft niet vast te staan wie uiteindelijk welke schade heeft veroorzaakt. Het enkel lid zijn van de groep is voldoende. En wacht even, je bent lid van deze groep, toch?

Overigens kan de betrokkenheid als groepslid bij een schade eerder worden aangenomen dan gedacht. Het (enkel) op de uitkijk staan kan al voldoende zijn. Ook daarmee maak je immers, bijvoorbeeld een diefstal of een brand, door één of meer andere daders mogelijk. Je kunt je voorstellen dat de schade heel groot is, als je met een hele groep een winkel plundert, auto’s in brand steekt of bushokjes vernielt.

Het mooie is, dat de personen of bedrijven die schade hebben zich gewoon kunnen voegen in je strafproces, want geloof me, het OM zal je strafrechtelijk gaan vervolgen. Als je dan schuldig wordt bevonden, is er ook direct een uitspraak over de schadevergoeding die je verschuldigd bent. Betaal je niet? Geen probleem, dan krijg je heel veel brieven van het CJIB, want die instantie zorgt er dan voor dat je toch betaalt. En ja, het CJIB is van de Staat, dus die geven niet snel op. Krijg je loon? uitkering? toeslag? Dan zal daarop gekort worden. Je voelt dus nu wel aan, dat een dergelijke schadevordering je jaren en jaren zal achtervolgen, Wat betekent dit? Geen hypotheek, geen eigen huis, geen lening voor een auto, geen baan waarvoor je een verklaring omtrent gedrag voor nodig hebt etc. etc.

Je bent nu hoe oud? 16? 18? 20? Wat denk je dat je “oudere ik” van 40 tegen je zou zeggen als dat zou kunnen? Ik stel me dat als volgt voor: “Hey knul/dame, weet je wel wat je doet? Door nu hier op straat te zijn en deel te maken van deze groep, mag ik een schadevergoeding betalen van ruim
€ 200.000,–. Ik betaal me al jaren blauw, wordt achtervolgd door de ene na de andere deurwaarder en kan geen baan behouden. En weet je, je had een mooi leven voor je. Die kans heb je mij ontnomen. Verpest het nu niet omdat je denkt dat je stoer bent en omdat het leuk is om te rellen, te vernielen en te plunderen. Want geloof me, het is het niet waard”

Doe mij een lol, luister naar je oudere ik. De politie geeft echt niet op. En al ben je de enige die ze pakken, de schade van de hele geplunderde supermarkt komt op jouw bordje. En je mooie veelbelovende toekomst? Die is ineens verdwenen. Wat er resteert, mag je zelf invullen. Dus, “protesteren tegen corona” door te rellen? Bezint eer gij begint. Als je het niet van mij aanneemt, dan maar van je “oudere ik”, van zijn gouden toekomst ontnomen door jou.

Sandra Beckx, advocaat te Roermond

21
Jan

Die zwarte jurk die toga heet…

“Mam, mag ik die lange zwarte jurk van jou ook eens aan, als we straks weer naar school mogen ofzo?” “Huh”, zeg ik, “welke bedoel je, ik heb helemaal geen lange zwarte jurk..”. “Jawel”, zegt ze, “die lange jurk die op jouw kantoor hangt”. Ik moet een beetje lachen. “Dat is mijn toga, schat”. Ze kijkt me aan en haalt haar schouders op. “Dat zeg ik toch, die zwarte jurk!”.

Ik krijg vaak vragen over mijn toga. Over het waarom bijvoorbeeld. Dat is dus vanwege de gelijkheid die in de rechtszaal gewenst is. Onder de toga maakt het niet uit of je man, vrouw, transgender of wat dan ook bent. Het maakt niet uit of je arm of rijk bent, religieus of niet religieus bent. In de rechtszaal zijn we allemaal gelijk.

Althans, dat is de gedachte waarmee Napoleon Bonaparte de toga voor het eerst introduceerde in de Nederlandse rechtszaal. Niet alleen wij advocaten dragen er een, ook de rechters doen dat. Want ook bij rechters zou het niet moeten uitmaken waar ze vandaan komen, wat hun achtergrond is en welk geloof zij al dan niet aanhangen.

Of dat in de praktijk ook daadwerkelijk zo werkt, betwijfel ik soms. Rechters zijn niet blind. En ook ik merk vaak dat een vrouwelijke rechter anders is dan een mannelijke rechter. Anders, waarmee ik niet wil zeggen in negatieve of positieve zin. Gewoon, anders. Vrouwen en mannen zijn nu eenmaal niet hetzelfde. Wij blijven bovenal allemaal mensen. Mensen met gevoelens, gedachten, vooroordelen, stigma’s en noem maar op. Die verdwijnen niet als de toga verschijnt. Maar misschien is een toga wel een reminder voor gelijkheid en dus helemaal niet verkeerd.

En mijn toga? Eigenlijk ben ik daar best een beetje trots op. Hij is gemaakt door mijn vader nadat ik beëindigd werd als advocaat. Mijn vader?? Ja, heus, mijn vader. Mijn oma was kleermaakster en zij leerde ook haar jongens alles dat nodig was om zelfstandig te kunnen zijn. In die zin kun je wel zeggen dat ze haar tijd ver vooruit was. Enfin, zo leerde mijn vader dus ook patroontekenen en naaien. Mijn toga is inclusief het patroon volledig – met zorg, liefde en aandacht – met de hand gemaakt door mijn vader. Iedere keer als ik hem in het Gerechtsgebouw weer aantrek, voel ik die zorg, liefde en aandacht en ga ik met nét een beetje meer vertrouwen de rechtszaal in.

Gelukkig is mijn vader er nog, maar er komt vast ooit een dag dat deze toga nòg meer betekenis krijgt…

06
Jan

COVID-19 FAQ ZORGTAKEN EN VERLOF

COVID-19 Legal FAQ
THUISWERKEN IS ALWEER EEN TIJDJE DE NORM. EN NU DE SCHOLEN EN KINDERDAGVERBLIJVEN WEER DICHT ZIJN, MOETEN VEEL WERKNEMERS HUN WERK MET EXTRA ZORGTAKEN COMBINEREN. WIJ KRIJGEN WEER REGELMATIG VRAGEN OVER WAT WERKGEVERS EN WERKNEMERS IN DAT KADER VAN ELKAAR MOGEN VERWACHTEN. WELKE VERLOFVORMEN KUNNEN EEN OPLOSSING BIEDEN? IN DIT BLOG HEB IK DAAROM GEPROBEERD EEN ANTWOORD TE GEVEN OP DE MEEST GESTELDE VRAGEN. EN, ZOALS ALTIJD, MIS JE EEN VRAAG, LAAT HET MIJ DAN WETEN!
Ik heb geen opvang voor mijn kinderen en kan dus geheel of gedeeltelijk niet werken. Heb ik recht op doorbetaling van mijn loon?

Veel werknemers worden opeens geconfronteerd met extra zorgtaken en willen extra verlof. Als het gaat om onvoorziene omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de eerste lockdown in het voorjaar van 2020 die eigenlijk niemand echt zag aankomen, dan heb je recht op kortdurend calamiteitenverlof om opvang te regelen. Tijdens calamiteitenverlof heb je recht op je reguliere loon.

De vraag is echter of de huidige lockdown nog als “onvoorziene omstandigheid” geldt. Niet alleen omdat gesteld kan worden dat men in deze tijd rekening moet houden met de mogelijkheid dat de scholen en kinderopvang gesloten worden, maar ook omdat de lockdown inmiddels al haar vierde week in gaat (04 januari 2021).

Hoe dan ook, het recht op calamiteitenverlof is er slechts voor hooguit enkele dagen, zodat je de tijd hebt om iets anders te regelen. Het is een noodvoorziening en dus niet bedoeld voor meer permanente opvang. Lukt het niet om iets anders te regelen en moet je ook na enkele dagen jouw kinderen zelf opvangen? Dan zul je gebruik moeten maken van je verlofdagen. Als jij de enige bent die de kinderen kan opvangen, dan mag een werkgever dit verlof niet weigeren. Je moet natuurlijk wel voldoende dagen hebben. Geen dagen meer? Dan rest je niets anders dan onbetaald verlof op te nemen.

Let op: je moet wel melding maken van je verlof bij de werkgever. Liefst vooraf en als dat niet kan, zo snel mogelijk na aanvang. Uiteraard onder opgaaf van reden. Een werkgever mag achteraf vragen dat de werknemer aannemelijk maakt dat hij of zij terecht een beroep op calamiteitenverlof heeft gedaan.

En dan tot slot: in een cao kunnen afspraken gemaakt zijn die jouw recht op loondoorbetaling tijdens calamiteitenverlof aantasten. Twijfel je of dat in jouw geval zo is? Vraag het ons gerust.

Mijn werknemer neemt calamiteitenverlof op. Mag ik daarvoor vakantiedagen afschrijven?

Dat mag alleen als een werknemer daarmee in het specifieke geval instemt. Een algemene instemming in een arbeidsovereenkomst of bedrijfsreglement is dus onvoldoende. Als de werknemer instemt met het afschrijven van vakantiedagen, moet hij of zij wel tenminste het wettelijk minimum aantal vakantiedagen behouden. Feitelijk betekent dit dus dat je alleen bovenwettelijke vakantiedagen (het aantal dagen dat bij een fulltime dienstverband uitkomt boven 20) kunt afschrijven ter compensatie van calamiteitenverlof.

Mijn kind is ziek en kan niet naar de opvang die ik geregeld had. Wat nu?

Als je kind, of iemand anders uit jouw huishouden (of een bloedverwant in de eerste of tweede graad, dat zijn dus naast ouders en kinderen ook grootouders, kleinkinderen en broers en zussen) ziek zijn en verzorging nodig hebben, dan kom je wellicht in aanmerking voor bijzondere verlofvormen. Als er niemand anders is die voor de zieke kan zorgen, kun je op de eerste ziektedag een beroep doen op calamiteitenverlof. Zoals hierboven uiteen gezet, heb je dan recht op loon en mag er alleen een vakantiedag worden afgeschreven als jij daarmee instemt.

Is er daarna nog verzorging nodig en ben jij de enige die deze verzorging op zich kan nemen? Dan heb je recht op kortdurend zorgverlof. Per 12 maanden (ingaande op de eerste dag waarop je aanspraak maakt op kortdurend zorgverlof) heb je recht op twee keer je arbeidsduur per week. Werk je 20 uur, dan heb je dus recht op 40 uur kortdurend zorgverlof. Werk je 40 uur, dan heb je recht op 80 uur en zo verder.

Het kortdurend zorgverlof moet je melden bij je werkgever en deze kan achteraf van je vragen dat je aannemelijk maakt dat je er recht op had. Dan moet je dus aantonen dat jij persé een ziek persoon als hierboven bedoeld moest verzorgen en dat er niemand anders was die dit kon doen.

Kortdurend zorgverlof geeft recht op 70% van je loon, tenzij je loon boven het maximum dagloon uitkomt. Dan heb je recht op 70% van het maximum dagloon. Een vangnet is er ook: je mag niet minder uitbetaald krijgen dan het minimumloon. Let op: in cao’s kunnen afwijkende afspraken gemaakt zijn.

Heb je jouw recht op kortdurend zorgverlof opgebruikt en ben je toch nog verantwoordelijk voor een ziek kind, een zieke huisgenoot of andere familie die onder de regeling valt, dan kun je langdurig zorgverlof opnemen. Deze verlofvorm is onbetaald.

Mijn werknemer heeft (kortdurend of langdurend) zorgverlof aangevraagd, maar daardoor komt mijn bedrijfsvoering ernstig in gevaar. Wat kan ik doen?

Als het verlof van de werknemer zwaarwegende bedrijfs- of dienstproblemen oplevert, kun je het verlof mogelijk weigeren. Het gaat daarbij altijd om een afweging van jouw belangen als werkgever enerzijds, en het belang van de werknemer om het verlof te kunnen opnemen anderzijds. Uit de rechtspraak blijkt in ieder geval dat zware eisen worden gesteld aan een dergelijke reden van de werkgever.

Een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang is alleen aanwezig als je kunt aantonen dat je de afwezigheid van de werknemer onmogelijk kunt opvangen. Dat kan het geval zijn als inzet van het overige personeel of tijdelijke krachten niet mogelijk is. Het enkele feit dat de afwezigheid van de werknemer problemen bij de inroostering oplevert, is in ieder geval onvoldoende en levert dus geen zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang op. Ook de extra kosten die nodig zijn om de werknemer te vervangen leveren geen zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang op.

Vaak zal de oplossing dus niet meteen gevonden kunnen worden in een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Dat neemt natuurlijk niet weg dat je als werkgever kritisch mag zijn en dat je van je werknemer mag verlangen dat deze aantoont dat hij of zij de zorg echt moet verlenen.

De bovengenoemde verlofvormen vinden hun basis in de Wet arbeid en zorg.