Toen mijn huwelijk als een kaartenhuis in elkaar viel, belandde ik in een soort van roes. Er was in de eerste plaats het verdriet van mijn kinderen, die toen 6 en 4 waren. Er was mijn eigen verdriet, het ongeloof dat er een ander was, boosheid, frustratie. Ik moest er zijn voor de kinderen, maar ik moest tegelijk nadenken over een zorgregeling terwijl ik mijn kinderen niet wilde delen. Ik moest nadenken over de verdeling van spullen en financiën en ik moest daarnaast mijn kantoor dat ik 6 weken daarvoor begonnen was, overeind zien te krijgen. Toen onze handtekeningen maanden later onder het convenant stonden, was ik op.
En hoewel ik zelf geen echtscheidingen behandel in mijn praktijk, geloof ik dat het vaak zo gaat. Niet zelden is de beslissing om uit elkaar te gaan geen gezamenlijke beslissing. Dat betekent ook vaak dat één van beide partijen een behoorlijke voorsprong heeft in het gedachteproces. Hij of zij speelt vaak al lang met het idee een punt achter de relatie te zetten. Diegene heeft dan vaak ook al wel nagedacht over de consequenties van zo’n scheiding. De ander wordt overvallen en wordt vervolgens overspoeld met beslissingen die genomen moeten worden.
Dat er iets geregeld moet worden voor de kinderen, het huis, de bankrekening en de hond, weten de meeste mensen wel. Maar dat een echtscheiding hét moment is om je pensioen nog eens goed onder de loep te nemen, dat wordt vaak vergeten. Begrijpelijk, want er “moet” al zo veel, maar jammer en zelfs een gemiste kans is het wel.
Standaard wordt het pensioen bij een echtscheiding verdeeld. Dat geldt voor het ouderdomspensioen en voor het partnerpensioen. Het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk werd opgebouwd, wordt gelijk verdeeld. Dat noemen we verevening (op basis van de Wet verevening pensioen bij scheiding). Daarbij maakt het aandeel van de ex-partner in de totale inkosten niet uit. Het in die periode opgebouwde partnerpensioen wordt helemaal omgezet in een bijzonder partnerpensioen.
Maar wist je dat dit laatste betekent dat er voor een nieuwe partner kort na de echtscheiding nauwelijks pensioen zal zijn? Voor die nieuwe partner moet je namelijk opnieuw beginnen met opbouwen. Dat hoeft niet erg te zijn, zeker als je jong bent of als je andere voorzieningen getroffen hebt voor een nieuwe partner. Maar wat je niet weet, kun je ook niet oplossen. Niet zelden tref ik mensen in mijn praktijk die op dit punt van een koude kermis zijn thuisgekomen. En zeker op dit punt geldt dat genezen vele malen lastiger (soms ook onmogelijk) is dan voorkomen.
Steeds vaker zie je dat ex-partners af willen zien van de verdeling van elkaars pensioen. Dat komt waarschijnlijk mede omdat steeds meer vrouwen financieel op eigen benen kunnen staan. De verdeling van ouderdomspensioen is dan niet nodig. In echtscheidingsconvenanten zie je dus steeds vaker de bepaling dat de verevening van pensioen wordt uitgesloten. Maar… is dat wel voldoende?
Want wat heb je dan eigenlijk afgesproken? Dan heb je afgesproken dat het ouderdomspensioen niet verdeeld wordt, maar dat het partnerpensioen wél omgezet wordt in een bijzonder partnerpensioen. Echt waar? Ja, echt waar!
Hoe komt dat nu? Nou, dat komt omdat de term “verevening” een juridische term is uit de Wet verevening pensioen bij echtscheiding. Die wet ziet alleen op ouderdomspensioen en niet op partnerpensioen. Partnerpensioen wordt verdeeld op basis van de Pensioenwet en die wet kent de term “verevening” niet. Wil je dus dat ook het partnerpensioen gewoon blijft bij diegene die het opgebouwd heeft? Dan zul je dat specifiek zo overeen moeten komen. Helaas zie ik dat nog maar zelden goed gaan. Daar ligt natuurlijk ook een taak voor echtscheidingsadvocaten, maar… een gewaarschuwd mens telt voor twee!
Naast de gewone verdeling of afzien daarvan, zijn er overigens nog veel meer keuzes die je kunt maken ten aanzien van je pensioen in echtscheidingssituaties. En nu weet ik dat de meeste mensen niet warm lopen voor het onderwerp pensioen, maar geloof mij: onbekend maakt onbemind…
Comments ( 0 )